Microsoft Windows Server Datacenter Standard

De nieuwe Windows Server 2019 Standard is de verdere ontwikkeling van het populaire besturingssysteem Windows Server 2016. Het is geschikt voor de meeste infrastructuurscenario’s en ook voor workloads zoals Microsoft SQL Server of Microsoft SharePoint. Naast de beveiligingsstandaarden van Windows Server 2016 biedt het een efficiënte bescherming tegen bedreigingen. De virtuele machines (VM’s) die gevoelige toepassingen beschermen, zijn verder ontwikkeld. Linux VM’s worden nu ook ondersteund. Beheerders kunnen nu ook netwerksegmenten tussen servers op een eenvoudige manier versleutelen. Een nieuwe functie is Windows Defender Advanced Threat Protection (ATP). Deze biedt in Windows Server 2019 Standard preventieve bescherming tegen aanvallen en zero-day-exploits. Het maakt het ook mogelijk om de hele beveiligingscyclus centraal te beheren.

Zeer functioneel Server-Management-tool
De 2019-versie van Windows Server maakt hybride cloud-scenario’s mogelijk. De basis hiervoor is het Honolulu-project dat in 2017 is gepresenteerd. Bestaande Windows Server-omgevingen kunnen eenvoudig worden aangesloten op de nieuwe cloud-diensten. De gebruiker kan eenvoudig Azure Backup, Disaster Recovery, Azure File Sync en andere Microsoft-diensten integreren in bestaande infrastructuren en applicaties. De software “Project Honolulu” werd tegelijk met de release van Windows Server 2019 officieel geïntroduceerd. Dit server-management-tool is een centrale interface voor het beheer van servers met Windows 2019, 2016 of 2012R2, met of zonder GUI. Typische taken zoals performance monitoring of serverconfiguratie worden eenvoudiger, omdat men deze in Project Honolulu anders heeft ontworpen. Ook het beheer van Windows Services in gemengde serverarchitecturen is vereenvoudigd.

Kleinere containers en HCI-infrastructuur
Windows Server 2019 Standard biedt ontwikkelaars meer ondersteuning dan voorheen bij het moderniseren van bestaande applicaties, wanneer die met container-technologieën werken. Hiervoor worden de Server Core Basis container-images van het besturingssysteem gebruikt. De images kunnen worden gereduceerd tot een derde van hun huidige omvang. Dit vermindert ook de downloadtijd met ongeveer 72 procent. Er is ook ondersteuning voor het Open Source-containersysteem Kubernetes. Hyperconvergente infrastructuren (HCI) zijn al bekend van Windows Server 2016 en het Windows Server Software Defined-programma. Vooraf geconfigureerde HCI-oplossingen zijn ook nuttig in Windows Server 2019. Ze helpen bij het voldoen aan computer- en opslagvereisten en zijn eenvoudig te implementeren en te schalen. Ze kunnen ook worden beheerd door Project Honolulu, wat het dagelijkse werk met HCI-implementaties aanzienlijk vereenvoudigt.

Windows Server 2019 verhoogt de prestaties en betrouwbaarheid
Het kan ook gebruikt worden als Remote Desktop Session Host (RDSH). Windows-gebaseerde programma’s of de volledige desktop kunnen worden gedeeld tussen gebruikers wanneer ze op de host draaien. Ook interessant zijn de nieuwe functies voor opslagruimtebeheer. De Storage Migration Services (SMS) maken het mogelijk om oude file-servers te updaten naar versie 2019. Gegevens, toegangsrechten en instellingen worden overgedragen. De Storage-Migration draagt de identiteit van de oude server over op een nieuwe, zodat de vorige computer kan worden losgekoppeld van het netwerk. De benodigde tools zijn opgenomen in de Honolulu-tools. Windows Server 2019 Standard beschikt bovendien over de Storage Replica-functie. Deze maakte al deel uit van de Datacenter Editie van Windows Server 2016 en wordt gebruikt voor de blokgebaseerde replicatie van volumes tussen servers en clusters. Windows Server 2019 biedt ook een grafische gebruikersinterface, die veel gebruikers in de 2016 versie hebben gemist.